Terrorisme-bestrijding




inleiding

Sinds de aanslagen van 9/11 is ons leven dramatisch veranderd.

(Ik weet nooit goed of ik nu 9/11 of 11/9 moet schrijven. In de Amerikaanse notatie is het 9/11. Maar dit stukje is in het Nederlands. Moet ik dat dan vertalen naar 11/9 of is dat juist weer verwarrend? Ik wil het probleem hier niet oplossen, alleen signaleren.)

De beelden van die vliegtuigen die steeds weer opnieuw die wolkenkrabbers binnenvliegen: verschrikkelijk! Ze hebben zich vastgezet in ons hoofd. Natuurlijk hebben we er naderhand nog over gesproken, maar onze conclusie was snel getrokken. Ons verdere leven zal in dienst staan van nog maar 1 hoger doel: terrorisme-bestrijding.

(Hier doet zich een nieuw taalprobleem voor: moet terrorisme-bestrijding eigenlijk niet zonder streepje? Ik zal daar later in een afzonderlijke notitie dieper op ingaan. Voor het moment wil ik alleen opmerken dat ik terwille van de leesbaarheid (soms) wel een streepje gebruik.)

Mijn vrouw en ik hebben hier diepgaand van gedachten over gewisseld (over die terrorisme-bestrijding dus). Wij zien het als onze taak ons steentje bij te dragen aan een veiliger wereld. Heeft mijn vader in 40-45 niet actief en met gevaar voor eigen leven geprobeerd het oprukkende fascisme te stoppen? (Dat dat toen niet zo veel uithaalde, is natuurlijk jammer, maar doet aan het principe niets af.) Zou ik dan nu als zijn zoon terwijl de omstandigheden in verhouding zo vreselijk veel gunstiger zijn, niet pal staan om het oprukkende terrorisme te bestrijden? Iedere echte Nederlander behoort in dit verband zijn verantwoordelijkheid te nemen. Ook de overheid roept trouwens de Nederlandse burgers nadrukkelijk op waakzaam te zijn en waar mogelijk een bijdrage te leveren.

Terrorisme-bestrijding is niet eenvoudig. Het probleem met de bestrijding van terroristen is dat je nooit precies weet waar en wanneer ze zullen toeslaan. Doordat er natuurlijk niet voortdurend en overal terroristische aanslagen plaatsvinden, verslapt tenslotte de waakzaamheid van de terroristenbestrijders. En door die verslapte waakzaamheid krijgen de terroristen tenslotte hun kans.

Dit is een fundamenteel probleem bij alle terrorisme-bestrijding. Met mijn vrouw (vat dit s.v.p. niet verkeerd op, ik bedoel daar niet mee dat het een vrouw is die in mijn bezit is, ik bedoel het alleen als een korte en min of meer gebruikelijke aanduiding van mijn levenspartner. In werkelijkheid zijn wij meer 'partners in crime', nou ja, partners in terrorisme bestrijding.) heb ik het hier uitvoerig over gehad. Hoe kun je dat fundamentele probleem oplossen? Uiteindelijk blijkt er maar 1 manier te zijn, die echt effectief is.

Om de terrorisme-bestrijders waakzaam en bij de les te houden, moeten er regelmatig en liefst vrij frequent aanslagen gepleegd worden. Dit lijkt een beetje paradoxaal, maar het is nu eenmaal hoe het functioneert en hoe de wereld in elkaar zit. Op zich heeft Nederland al heel veel terrorisme bestrijders (ongeveer 200.000 schijnt het). Het probleem is alleen dat ze niet altijd even waakzaam zijn en soms ook gewoon te weinig ervaring hebben met de daadwerkelijke bestrijding van terrorisme. Bestrijding van terrorisme moet je leren. En dat kun je niet leren van papier of uit een boekje. De enige manier waarop je dat kunt leren is via zich werkelijk voordoende terroristische aanslagen. Pas na een aanslag of 10 krijg je de noodzakelijke routine en verbetert ook de samenwerking tussen de verschillende overheidsdiensten.

De beste manier om dus te helpen bij de terrorisme bestrijding is te zorgen voor de broodnodige aanslagen. Alleen op die manier blijft iedereen bij de les en kan men ook de noodzakelijke ervaring op doen. Het is uiteraard niet de bedoeling dat bij een dergelijke aanslag slachtoffers vallen, maar omdat realistische aanslagen nu eenmaal trainingstechnisch een grotere waarde hebben dan fictieve aanslagen, valt dat niet volledig te vermijden. Wanneer wij een wereld willen waarin wij veilig zijn voor terroristische aanslagen dan zullen we bereid moeten zijn daar offers voor te brengen.

Mensen benaderen dit soort problemen vaak wat emotioneel. In werkelijkheid is het een eenvoudig kwantitatief probleem. Het aantal slachtoffers van de terrorisme bestrijding dient kleiner te zijn dan het verwachte aantal slachtoffers van terrorisme wanneer we dat volledig niet zouden bestrijden. Omdat het terrorisme een wereldwijd probleem is en er alleen al in Nederland duizenden geschikte plaatsen zijn voor een grote aanslag, zal het duidelijk zijn dat het alleen voor Nederland al gaat om het voorkomen van meer dan honderdduizend slachtoffers per jaar. Wanneer we dus via dergelijke trainingsaanslagen zeg een 10.000 slachtoffers per jaar zouden maken, zou de totale balans nog steeds zeer positief uitpakken. Door het in optimale conditie houden van de terrorisme bestrijding zouden we dan jaarlijks een 90.000 mensen het leven redden.


de voorbereiding

Willen we het terrorisme bestrijden dan zullen we dus een aanslag moeten plegen. Ik weet het, in eerste instantie klinkt dit paradoxaal. Het vereist even grondig nadenken en diepgaand analyseren van het probleem. Het duurde dan ook een tijd voordat mijn vrouw deze conclusie wilden accepteren. Zij heeft het idee dat je zodra je aanslagen pleegt, terrorist bent en ze is vrij hardnekkig in dat idee. Uiteindelijk heb ik de Bush-doctrine (zie het kader) er bij moeten halen. Er zijn slechts 2 soorten mensen. Zij die het terrorisme bedrijven en zij die het bestrijden. Wij behoren duidelijk tot die laatste groep. Omdat in de bestrijding uiteindelijk alles is toegestaan, is er dus geen echt probleem. Maar mijn vrouw blijft dit moeilijk vinden.

Afgelopen mei was de kogel door de kerk. Als goede vaderlanders moesten we een aanslag plegen. En liefst zo realistisch mogelijk, dat wil zeggen dat duidelijk zou zijn dat islamitische, arabische kringen achter deze aanslag zouden zitten.

Onze vakantie brachten wij zogenaamd door in Duitsland. Wij waren ook op vakantie in Duitsland, maar in werkelijkheid voerde ons tocht nog belangrijk verder. Ik kan hier, islamitische fascisten lezen mogelijk mee, niet al te zeer in bijzonderheden treden. Het volstaat om te zeggen dat het ons tenslotte lukte om in het voormalige Oostblok een nog in goede staat verkerende SAM 6C op de kop te tikken voor het niet al te gekke bedrag van 1200 euro. We hadden verwacht dat men betaling in US dollars zou willen, maar de euro blijkt in het Oostblok al behoorlijk geaccepteerd voor dit soort transacties. Wij nemen overigens aan dat wij dit bedrag t.z.t. in Den Haag zullen kunnen declareren. (Mogelijk vormt het ontbreken van een bonnetje een hindernis, maar in dat geval zullen wij het bedrag voor eigen rekening nemen. Voor een vrije en veilige wereld hebben wij wel iets over.)

De SAM 6C is een ground-to-air raket van Russisch ontwerp met een opgegeven bereik van 3200 meter. De C-versie heeft als voordeel boven de B-versie dat hij voorzien is van een hittezoekende sensor. Wanneer de raket eenmaal 'gelocked' is op het vliegtuig, zoekt hij zelf zijn weg naar het vliegtuig ongeacht welke ontwijkbewegingen dit ook nog probeert te maken. Voor terroristen dus een ideaal wapen. Nog beter is de 6D versie. Die is kleiner en kan van de schouder afgevuurd worden. De 6D is daardoor in feite veel effectiever omdat je staande de raket op het vliegtuig kunt richten. Bij de 6C ben je door de op de grond staande lanceerbuis beperkt in het gebied dat je bestrijkt. Het vliegtuig moet zich ongeveer in het juiste gebied bevinden, wil je een 'hit' scoren.

Omdat ons plan was de SAM in te zetten in de buurt van een vliegveld, leek de 6C toereikend. Eigenlijk is de 6C door de komst van de 6D verouderd, maar juist daardoor zijn ze in het Oostblok e.d. nog wel voor een niet al te gekke prijs op de kop te tikken.

Mijn indruk is dat ons exemplaar in China is gemaakt, omdat er links op de romp 'made in China' te lezen is. Bij de aanschaf is het belangrijk om te letten op het serienummer. De serienummers lager dan C0031498000DZ worden gekenmerkt door instabiele brandstof en plegen soms op onverwachte momenten tijdens het vervoer 'instabiel te worden' (lees: ontploffen). Het serienummer bevindt zich aan de bovenkant van een staartvin. Voor de hoogte van het serienummer moet de eerste letter tenminste een C of hoger zijn; de laatste 2 letters zijn controlesymbolen en kan men in dit verband negeren. Letters als de D en de E mogen dus ook. Kijk uit voor informatie op het internet. Vaak is dit onjuiste informatie die door de CIA op het net is gezet om terroristen te misleiden.

Bij de SAM 6C hoort een bijpassende lanceerbuis. Men dient er ook voor te waken dat men niet wordt opgezadeld met b.v. de lanceerbuis van een SAM 6B want die lijken wel sterk op elkaar maar zijn dus toch net weer even verschillend waardoor het volstrekt niet past.

Het geheel zit, als het goed is, verpakt in 2 keurige rugzakken en bij ons was het wat dat betreft in orde. De ene rugzak is voor de lanceerbuis, de andere voor de eigenlijke raket. Dankzij die rugzakken is het geheel goed transporteerbaar en valt het ook niet al te veel op bij het trekken door het terrein. Onze 2 rugzakjes hebben we -- na aanschaf en controle -- in de kofferbak van ons autootje vervoerd. Oorspronkelijk was de bedoeling ze in de aanhang te vervoeren, maar omdat die lading soms nogal stevige schokken en stoten krijgt te verduren, leek me uiteindelijk toch verstandiger alles in de kofferbak te proppen.

Voorzover ik alles kon onderzoeken leek de SAM 6C me nog in goede staat. Maar helemaal zeker ben je natuurlijk nooit. De enige manier om echt helemaal zeker te zijn, is het ding af te vuren, maar dat kun je maar 1 keer doen.

De handleiding die we er bij kregen, hield niet over. Het was 1 slecht geprint velletje A4 in steenkolen Engels. Afgaande op de 'handleiding' is de SAM 6C 'easy to use even for non-experienced fighters'. Wel, we zijn benieuwd.

Van onze collega-terroristenbestrijders hadden we op de terugweg weinig last. Bij het binnenrijden in Duitsland werden we vrolijk doorgezwaaid. Bij het inrijden van Nederland alleen een groot bord 'Welkom in Nederland'. Dit laat wel zien hoe dringend nodig onze actie is.

------------------------------------------------------------------
De Bush-doctrine voor terrorisme-bestrijding

1. Er is geen verontschuldiging voor terrorisme. Terrorisme is verwerpelijk en dient altijd en overal met alle mogelijke middelen bestreden te worden. Wie het terrorisme niet volledig bestrijdt, maakt zichzelf schuldig aan terrorisme. Er bestaan slechts 2 soorten mensen: terroristen en zij die terroristen bestrijden.

2. De strijd tegen het terrorisme is een strijd voor de vrijheid en voor de democratie. Terrorisme-bestrijders vechten niet alleen tegen het terrorisme, maar ze vechten in de eerste plaats voor het behoud van onze vrijheid en de verspreiding van ons unieke, democratische systeem.

3. Terrorisme-bestrijding betekent oorlog. Het is meer dan alleen maar een schuldige terrorist voor de rechter brengen en bestraffen. Het betekent landen aanpakken en oorlog voeren tegen landen die mogelijk het terrorisme steunen of zouden kunnen gaan steunen.

4. Terrorisme-bestrijding betekent de bereidheid en de moed om preventieve acties uit te voeren en preventief oorlog te voeren. Overal waar maar de geringste dreiging van mogelijke steun aan het internationale terrorisme valt te verwachten, dienen onmiddellijk de meest vergaande acties te worden uitgevoerd. Wij mogen niet wachten tot het internationale terrorisme een klap uitdeelt, maar wij moeten zelf de eerste klap uitdelen ook al blijkt die achteraf misschien niet nodig.

5. Terrorisme-bestrijding betekent totale oorlog. In een totale oorlog is alles geoorloofd om het uiteindelijke doel -- de overwinning -- te bereiken. Dit ultieme doel legitimeert alle mogelijke middelen waaronder martelen en geweld tegen mogelijk onschuldigen.
------------------------------------------------------------------------


de verhinderde aanslag

Gisteren was de grote dag. Het was prachtig weer. Een heldere hemel, een lekker windje en niet te warm of te koud. Voor ons plan kwam dit goed uit. De bedoeling was ons voor te doen als wandelaars die een stevige dagtocht aan het maken waren. Dat de rugzakken net iets groter waren dan een normale dagrugzak zou de meeste mensen niet opvallen, hoopten we.

We hadden voor onze actie het vliegveld G. uitgekozen. Op Google Earth was het niet gescrambled maar dit hielp ons niet echt verder. Een tocht naar de plaatselijke Bruna leverde wel het gewenste resultaat op. Voor 3,95 werden we eigenaar van een kaart van Noord-Drenthe. Deze kaart is op haar beurt weer gebaseerd op de Topografische Kaart van Nederland. In feite is dit de stafkaart die Defensie vroeger liet maken door haar afdeling Topografische Dienst. Merkwaardig dat onze voormalige collega's van defensie zulke 'nuttige' informatie zo goedkoop in de lokale winkels weten aan te bieden.

We stippelden een wandeling uit die ons zogenaamd langs de westrand van het vliegveld zou voeren. Precies door het verlengde van de langste startbaan. Op deze manier zouden de opstijgende en landende vliegtuigen precies over ons heen gaan. Voor een 'aanslag' leek dit een uitstekende plek. We reden met onze onopvallende Hyundai naar de buitenste rand van de dorpje E. Hier parkeerden we in de berm. Helemaal onopgemerkt ging dat niet. Een plaatselijke, zwarte hond in de tuin er tegenover begon wild aan te slaan. Mijn vrouw werd wat zenuwachtig, maar omdat ik er vanuit ging dat het om een Nederlandse hond ging, sprak ik hem in het Nederlands geruststellend toe. Ik geloof dat hij meer gewend was aan het plaatselijke dialect. Toch begreep hij voldoende van mijn Nederlands. Mogelijk was het ook de klank van mijn stem. In ieder geval kalmeerde hij.

De omgeving was landelijk en prachtig. We moesten nog een aantal kilometers lopen om vlak bij de startbaan te komen en met de 2 toch wel zware rugzakken viel dat niet mee. We transpireerden heftig.

We liepen op een zandweg die vlak langs de westkant van het vliegveld kronkelde. Bij de eerste scherpe bocht in de zandweg stond een ouder echtpaar geparkeerd met een keurige auto naar de stijgende en landende vliegtuigen te kijken. Van bewaking of beveiliging merkten we niets. Ook dit is een punt om t.z.t. door te geven aan onze collega's. Wel vonden we dit vrij verontrustend omdat ook echte terroristen dus zo gemakkelijk een aanslag zouden kunnen plegen.

Toen zagen we hem. Een donkere man, zwart haar, donkere wenkbrouwen. Een veel te dure sportauto van het soort waarvan ik nog niets eens durf dromen. En tevens een auto met een wel wat erg royale kofferbak. Ik ben zelf niet zo op dure sportauto's, maar ik weet er genoeg van om te weten dat een normale snelle auto niet uitmunt door een overdreven royale kofferbak. Het past als het ware niet bij het type auto. 'Wat zit er in die kofferbak?', vroeg ik me hardop af. Ook mijn vrouw vond het geheel verdacht. Een man met een Arabisch uiterlijk. Een auto die duidelijk niet klopt. En tenslotte het vreemde gedrag van de man die een overdreven belangstelling aan de dag leek te leggen voor de stijgende en dalende vliegtuigen.

'Klopt dit wel?', vroeg ik me af. 'Moeten we als burgers niet waakzaam zijn? En verdachte activiteiten rapporteren aan de autoriteiten?' 'Je bedoelt, dat hij een collega is,' zei mijn vrouw. 'Je bedoelt dat hij ook een aanslag....' 'Nee', zei ik, 'geen collega, maar een terrorist!'

Het idee dat we hier misschien te maken hadden met een echte terrorist, schokte ons. Kon het waar zijn, dat...? Mijn vrouw, praktisch als ze is, hervond als eerste haar tegenwoordigheid van geest. 'Je kunt beter het alarmnummer bellen,' zei ze. 'We kunnen geen risico's nemen, zeker nu niet.' Ik aarzelde nog even en begreep toen dat ze gelijk had. Wanneer we niet belden, zouden we onszelf medeplichtig kunnen maken aan een aanslag. Als echte Nederlanders hadden we onze plicht de autoriteiten te waarschuwen.

De centralist reageerde eerst wat ongelovig. Wat was mijn naam? Ik was met mijn vrouw aan het wandelen. Het was dus geen probleem om mijn naam te geven. Wat was mijn telefoonnummer? Ik weet dat nooit uit mijn hoofd, want zelf gebruik ik het nooit, maar gelukkig wist mijn vrouw het onmiddellijk. Waar waren we precies? Wat zagen we precies? Ik rapporteerde de Arabisch uitziende man met zijn merkwaardige sportwagen die zich verdacht ophield in de buurt van de startbaan en een grote nieuwsgierigheid aan de dag legde voor opstijgende vliegtuigen. Ik had niet het idee dat hij het erg serieus nam. Om de man in beweging te krijgen, zei ik daarom dat hij iets in zijn koffer had dat op een raket leek. Daarna verbrak ik de verbinding.

We liepen verder tot we recht tegenover het einde van de startbaan stonden. Alleen een hoog hek en een stellage met lichten scheidde ons van de startbaan. Omdat de zandweg en het fietspad dat er bij langs liep toch nog vrij druk was, trokken we ons terug achter de struiken. Vanaf dit punt hadden we een goed zicht op de startbaan en konden we ook nog de Arabier met zijn rode auto zien. De rugzakken legden we in de greppel die als het natter was als sloot fungeerde.

Ons telefoontje leek niet veel in beweging gezet te hebben. Het was warm, het was zonnig. Het Drentse landschap mooi. Regelmatig stegen er met het nodige lawaai kleine vliegtuigjes op. Onze Arabier kon ieder moment wegrijden. Politie was nog in geen velden of wegen te bekennen. We pakten onze flesjes water. 'Wat doen we? Komen ze nog? Ze komen wel.' Ik zei het zonder veel overtuiging. Onze Arabier was misschien in werkelijkheid helemaal geen Arabier, maar een gewone vliegtuigspotter. Dat van die raket had ik natuurlijk volledig uit mijn duim gezogen, want ik had niets concreets gezien. Ik kon hier nog behoorlijk last mee krijgen.

Onze Arabier stapte nu in zijn auto en begon kalm de zandweg af te rijden. Het droge zand kolkte achter hem op in een grote stofwolk. Gelukkig was de wind naar het vliegveld toe zodat we geen last hadden van het stof. 'Daar gaat hij,' zei ik. 'Moeten we niet proberen hem tegen te houden?' Maar dit was een zinloze opmerking want de rode auto was ons al een paar honderd meter voorbij.

Op dat moment zei mijn vrouw: 'Daar heb je ze. Politie.' Een witte patrouillewagen met een blauw zwaailicht was verschenen op de plek waar kort tevoren nog de rode sportwagen geparkeerd was geweest. Terwijl wij er naar keken, ging de sirene aan en trok de wagen snel op. Hij stoof ons voorbij in een gigantische stofwolk. Van de andere kant van de zandweg was nu een tweede sirene hoorbaar. 'Ze zijn met 2 wagens,' merkte ik wat overbodig op. Mijn vrouw pakte me bij mijn schouder en wees naar het vliegveld. Een helikopter kwam laag over het veld aanscheren en bleef boven de inmiddels tot stilstand gekomen politiewagens hangen. De sirenes verstomden. 'Ze hebben hem,' zei ik triomfantelijk. We konden zien hoe onze Arabier tegen de grond gewerkt werd, geboeid werd en daarna hardhandig achterin een politiewagen geduwd werd. De helikopter zwaaide af en verdween in de richting waaruit hij gekomen was. De 2 politiewagens verdwenen in een wolk van stof.


het plan

Het was nu tijd om ons plan ten uitvoer te brengen. We stelden de lanceerbuis op in de droge sloot. Op deze manier was hij van de weg en het fietspad niet zichtbaar. Het aanbrengen van de SAM 6C stelde niets voor. Ik rolde de draad uit en zocht een plekje tussen de zandweg en het fietspad. We moesten nu wachten op een geschikt vliegtuig. Het eerste vliegtuig dat opsteeg was een klein zakenvliegtuig of iets dergelijks. Niet echt spectaculair dus. Ik besloot het te laten vliegen. Mijn vrouw gaf een seintje. Via haar kijker kon ze zien dat een Transavia toestel klaar stond om op te stijgen. Ik hoorde de motoren naar vol vermogen gaan toen het toetstel aan zijn startspurt begon. Dit was wat we zochten. Oefeningen moeten zo realistisch mogelijk zijn. Dit was een serieus vliegtuig voor een serieuze oefening.

Om het toestel te raken, was de timing erg kritisch. Wanneer de SAM in een rechte lijn zou vliegen uit de lanceerbuis, dan wist ik precies waar het vliegtuig die lijn zou snijden. Het probleem is alleen dat er een bepaalde tijd verloopt tussen het indrukken van de trekker en het bereiken van het snijpunt. Omdat het opstijgende vliegtuig op dat moment al in de lucht is en al een behoorlijke snelheid heeft, vliegt het in zeer korte tijd door de hoek die we met de SAM bestreken. Iets te vroeg of iets te laat drukken kan dus voor het verloop van de operatie fatale gevolgen hebben.

Mijn hand greep het trekkermechanisme. Op dat moment hoorde ik via mijn oortelefoon het opgewonden 'break off, break off, break off' van de verkeerstoren. Tegelijkertijd gilde mijn vrouw: 'Stop, stop.' De grote verkeersmachine ging vol in de remmen en het gas werd teruggenomen zodat je het nog nauwelijks hoorde. We roken de lucht van verbrand rubber. De machine kwam precies op het uiterste einde van de startbaan tot stil stand. Via de scanner hoorde ik de reden: men had nu pas van de politie mijn melding van een verdachte Arabier met een raket doorgekregen. Alle starts en landingen waren voorlopig 'gecanceld'.

Mijn vrouw zei: 'God dank!' Ik keek haar niet-begrijpend aan. Ze wees omhoog. 'Wat gebeurt er als je die vuurknop indrukt?' 'Dan wordt de raket geactiveerd, hij vliegt uit zijn lanceerbuis en als het goed is raakt hij het toestel.' 'En dan?' hield ze aan. 'Dan ontploft de explosieve lading en met wat geluk komt het vliegtuig naar beneden.' 'En waar komt dat vliegtuig precies naar beneden?' Het laatste zei ze op een licht sarcastische toon. 'Dat vliegtuig komt naar beneden ...' Hier pauzeerde ik even, want een akelige gedachte overviel me. 'Ja, precies, dat vliegtuig komt hier naar beneden, precies waar wij staan. Grote idioot!'

Ik moet toegeven dat voor iemand die nooit, zoals ik, jarenlang natuurkunde heeft gestudeerd, dit geen onaardige gevolgtrekkingen waren. Mijn vrouw kan soms vrij praktisch zijn.

'Je hebt gelijk,' zei ik. Wanneer je ongelijk hebt, is het vaak slim dat zo snel mogelijk toe te geven. 'Ook dit soort terrorisme-bestrijding moet geleerd en geoefend worden. Het begin is altijd moeilijk. Kom, we moeten hier weg.' Voorzover we konden zien, waren we nog steeds niet opgemerkt. Wel was er nu een autootje van het vliegveld met een zwaailicht naar de omheining gereden. Ik haalde de SAM 6C weer uit de lanceerbuis en we stopten alles terug in de rugzakken. 'Laten we gewoon rustig verder wandelen,' stelde ik voor. 'Men heeft nog steeds niets in de gaten.'


de wandeling

Na ongeveer 400 meter kwamen we bij de plek waar onze Arabier gearresteerd was. De rode sportauto was keurig in de kant van de berm geparkeerd. Van de sleuteltjes was geen spoor te bekennen. Kennelijk had de politie die meegenomen. 'We hadden toch maar mooi een terroristische aanslag weten te voorkomen,' dacht ik trots. 'Hadden we eigenlijk wel een terroristische aanslag voorkomen?' vroeg ik me opeens af. Had die Arabier wel echt een raket bij zich gehad?

'Laten we even in de kofferbak kijken,' stelde ik voor. Ik heb altijd een paar dunne zwarte handschoenen bij me. Mijn ervaring is dat die in sommige situaties zeer van pas kunnen komen. Ik trok mijn handschoenen aan, want ik wilde geen vingerafdrukken achter laten, stapte in de open wagen en trok de achterbank naar voren. De kofferruimte was leeg!

Ik kreeg een inval. Ons doel was een terroristische aanslag te plegen om zo de waakzaamheid tegen terrorisme te vergroten en op peil te houden. Maar was het wel nodig die aanslag daadwerkelijk te plegen? Was het niet voldoende wanneer iedereen zou denken dat er bijna een aanslag had plaatsgevonden? Bovendien had die aanslag ook bijna plaatsgevonden!

Kom, we stoppen onze rugzakken in de kofferruimte. Het was in minder dan een minuut gedaan. Een stuk opgeluchter en lichter vervolgden we onze wandeling. Wat is Drenthe toch mooi!


epiloog

We maakten een stevige wandeling. Toen we bij ons huis arriveerden, stond er een onopvallende auto met 2 keurig geklede heren te wachten. Of ik de mijnheer was, die gebeld had. Ja, dat was ik. Ze hadden een grote vangst gedaan, een heel grote vangst. Maar het was belangrijk om hier voorlopig geen ruchtbaarheid aan te geven. Of we hier stil over wilden zijn? Natuurlijk wilden we dat als echte Nederlanders. Maar het laat wel zien dat nieuwe acties onvermijdelijk zijn. Mijn collega's zijn nog steeds niet helemaal wakker als je het mij vraagt.

Een paar dagen later lazen we in de krant dat de 11 opgesloten asylzoekers die op Schiphol levend verbrand zijn hun dood danken aan verregaande nalatigheden en slordigheden van de overheid. Mijn vrouw had het toen even over 'overheids-terrorisme'. Ik heb haar uitgelegd dat het maar om asylzoekers ging. Niet om echte Nederlanders. Dus ze moet zich daar niet zo druk over maken.

En om dan te spreken van 'overheids-terrorisme' gaat me wel wat ver. Zij vindt dat die mensen tegen hun zin, dus met geweld zijn opgesloten en daarna mede door dat geweld om het leven zijn gekomen. Het idee dat als je geweld gebruikt tegen onschuldige mensen dat je dan terrorist zou zijn, is natuurlijk achterhaald. Ik heb haar dan ook proberen uit te leggen dat je 2 soorten mensen hebt: terroristen en terrorisme-bestrijders en echte Nederlanders zoals wij behoren gelukkig tot die laatste en de overheid en de regering natuurlijk ook. Maar of ze het echt helemaal snapt?

0 reacties:

Een reactie posten